Tag Archives: vertalen

365 Ellens

Wat ik over mezelf schreef en wat Ellen Barendregt eraan toevoegde op haar weblog, waarin ze 365 verschillende Ellens beschrijft:

Ik weet niet waar je me gevonden hebt, want dat kan op verschillende plekken zijn geweest. Ik ben vertaler van beroep. Nadat ik Engels en Spaans had gestudeerd aan de Vertaalopleiding in Maastricht en Deens en Alfa-informatica aan de RuG in Groningen, begon ik in 1992 als softwarevertaler bij Microsoft in Dublin. Tot die tijd wist ik niet eens dat dat beroep (dat officieel ‘localiser’ heet) bestond, maar het bleek, door de combinatie van vertalen en IT, precies te passen bij mijn achtergrond. Het was het begin van mijn vertaalcarrière.

Na twee jaar kwam ik terug naar Nederland en ging ik werken bij een vertaalbureau in de buurt van Amsterdam. Daar werd ik al snel project manager (PM) en later senior-PM. Ik moest vertaalprojecten leiden die varieerden van 100 tot enkele miljoenen woorden en van één tot tientallen medewerkers, en coördineerde het werk van het team van project managers. Rond de eeuwwisseling werd ik production manager en had ik eigenlijk helemaal niets meer te maken met de praktische kant van het werk. Ik gaf leiding en was verder vooral bezig met cijfertjes en beleid. Dat was best interessant, maar het was me wat te ver van de dagelijkse praktijk.

Toen in de zomer van 2001 mijn dochter werd geboren, besloot ik om aan het einde van mijn verlof mijn baan op te zeggen en voor mezelf te beginnen. Ik begon mijn eigen vertaalbureau (www.westenbrink.net) en werd en bleef heel bewust zzp-er.. Ik wilde niet meer coördineren en leidinggeven, maar me puur richten op het echte vertaalwerk.

Nu ben ik elf jaar verder en nog steeds erg blij dat ik destijds die stap heb genomen. Ik vertaal voornamelijk uit het Engels, Deens, Duits en Frans en mijn werkgebied is de afgelopen jaren flink verbreed. Softwarelocalisatie en alles wat daaraan verwant is maakt nog steeds een groot deel uit van mijn dagelijkse werk, maar ik vertaal ook veel op medisch gebied. Daarnaast komen er steeds meer ‘lifestyle’-vertalingen langs, over mode, design, reizen, interieur, koken, uitgaan en noem maar op. Het leuke daaraan is dat ik me als vertaler telkens in een nieuw onderwerp moet verdiepen, waardoor ik er voortdurend nieuwe dingen bijleer. Verder zet ik mijn ervaring in als vrijwillig vertaler bij GlobalVoices, “een internationaal netwerk van bloggers die verslag doen van blogs en burgermedia van over de hele wereld en deze vertalen en verdedigen”. Via http://nl.globalvoicesonline.org/author/ellen-westenbrink/ kun je zien welke artikelen ik inmiddels heb vertaald.

Wat ik ook erg leuk vind om te doen is ondertitelen. Het is puzzelen met taal, want een ondertitel is maximaal twee regels lang en blijft maar kort in beeld. Er wordt vaak veel meer gezegd dan daarin past, dus je moet beknopt kunnen formuleren en minder belangrijke dingen weg durven laten. Ik heb een tijd lang voor verschillende vertaalbureaus documentaires, series en speelfilms ondertiteld, vooral voor dvd-releases maar ook wel voor tv. Helaas wordt dat werk slecht betaald in vergelijking met mijn andere werk, dus doe ik het steeds minder. Ik probeer wel zo nu en dan een TEDx-video te ondertitelen (http://www.ted.com/profiles/translations/id/431662), alleen al omdat die video’s zo inspirerend zijn. De laatste is alweer ruim een jaar geleden, zie ik, dus het wordt tijd dat ik weer eens een leuk filmpje opzoek.

In mijn inmiddels 45-jarige leven heb ik op ongeveer twintig adressen in 14 verschillende plaatsen gewoond, waaronder kortere of langere tijd in Engeland, Ierland en Denemarken. Toch woon ik nu alweer bijna negen jaar op hetzelfde adres in Drenthe, de provincie waar ik ben geboren. Al bijna vanaf het begin zing ik daar in Popkoor Peelo (popkoorpeelo.wordpress.com), waarvan ik ook secretaris ben. Het gaat mij natuurlijk ook om het zingen, maar de wekelijkse repetitieavonden zijn voor mij ook een goede vervanging van het directe contact met collega’s – het enige wat ik als thuiswerkende vertaler zonder personeel wel eens mis.

O ja, en ik heb ook nog mijn eigen 365-project, met foto’s. Wat ik erg leuk vind aan zo’n fotoproject als dit is dat je met andere ogen om je heen kijkt. Je ziet dingen waar je anders blindelings aan voorbij loopt, omdat je altijd op zoek bent naar fotomogelijkheden. Ik ben begonnen in januari 2011, maar na de zomer kwam de klad er in door gebrek aan tijd en inspiratie. Op 1 augustus van dit jaar ben ik opnieuw begonnen, met een nieuw album (http://365project.org/haagjes/365-2), en ik ben benieuwd of ik het dit keer wel weet vol te houden. De foto’s van augustus zijn overigens allemaal in Tunesië gemaakt, het land waar mijn man vandaan komt en waar het grootste deel van mijn schoonfamilie woont. Dat verklaart meteen ook waarom veel van de artikelen die ik voor GlobalVoices heb vertaald over Tunesië gaan.

Wauw wat een ontzettende bezig bij is deze Ellen. Komt me bekend voor, want ik ben net zo. Ik zie echter wel dat bij Ellen heel veel vasthangt aan het vertalen, hetgene wat ze het leukste vindt om te doen. Ik zie dat deze rode draad in haar hele leven doorloopt, en daar kan ik van leren. En al die verschilende woonplaatsen in verschilllende landen: geweldig! Ik heb wel een aantal verschillende woonplaatsen in Nederland gehad, maar de ervaring van het buitenland heb ik niet opgedaan. Ik heb me nooit echt geroepen gevoeld om per se naar het buitenland te gaan, maar nu ik het verhaal van Ellen lees, lijkt het me toch wel een hele mooie ervaring. Zeker ook omdat je dan echt de bewoners en het leven daar leert kennen. Dat maak je niet snel mee.

Grappig wat Ellen vertelt over het ondertitelen. Ik merk vaak dat die mooie Engelse teksten heel kort worden vertaald, en daardoor veel minder effect hebben. Maar ik heb me nooit gerealiseerd dat de ondertitels hooguit twee zinnen mogen bevatten en duidelijk leesbaar moeten zijn. Dan ga je toch heel anders aan de gang met de woorden, het wordt echt een uitdaging om met weinig woorden hetzelfde te zeggen.

En dan natuurlijk de overeenkomst dat we allebei een 365-dagen project doen! Ellen met foto’s, ik met tekst. Ik heb het project van Ellen bekeken: heel mooi! Allemaal diverse foto’s met een hele eigen stijl. Ik snap dat Ellen nu met andere ogen naar haar omgeving kijkt. Ik merk het zelf ook: aftitelingen scan ik op Ellens, als ik de naam Ellen hoor kijk ik wie daarbij hoort, en bij netwerkbijeenkomsten kijk ik niet meer ‘wie zou een opdrachtgever kunnen zijn’ maar ‘wie is of kent er een Ellen’. Zo is een 365-dagen project altijd een extra dimensie aan je leven, en ik denk dat Ellen dat ook kan bevestigen. We gaan het samen volhouden Ellen!

Patricia Ryan: Dring niet aan op Engels

Ik vond het laatst weer eens tijd voor een TED Talk. Dan duurt het even voordat mijn aanvraag is goedgekeurd, ikzelf de ondertiteling heb vertaald, de vertaling is toegewezen aan een reviewer, de reviewer mijn vertaling heeft bekeken en zijn (of in dit geval haar) opmerkingen met mij heeft besproken en de ondertiteling is gepubliceerd. Maar nu is het dan toch zo ver: Dring niet aan op Engels, door Patricia Ryan, met Nederlandse ondertiteling van mij:

http://video.ted.com/assets/player/swf/EmbedPlayer.swf

(En het lukt me helaas nog steeds niet om een TED-video zo te ’embedden’ dat je hem ook gewoon hier op je scherm ziet. Dus als iemand een idee heeft…)

Vertalen is een bijbaantje

Vertalen is niet moeilijk, toch? En zeker een strafdossier niet, dat doe je er gewoon even bij. Ook al is het naar het Chinees en ook al ben je nog niet eens afgestudeerd. Advocaat Francisco Soriano schijnt in ieder geval zo te denken, lees ik hier. Hij verdedigt een Chinees die ervan wordt verdacht een snackbarhouder te hebben vermoord en in stukken te hebben gehakt. De man spreekt alleen Mandarijn, maar om onduidelijke redenen wil het Openbaar Ministerie het dossier niet laten vertalen. Dus laat Soriano het zelf vertalen. Maar in plaats van dan een beëdigde juridisch vertaler met kennis van zaken in de arm te nemen, roept hij studenten Sinologie op om hem te helpen. In ‘een paar uurtjes vrije tijd’. Ik vraag me af of de verdachte zijn dossier op die manier beter gaat begrijpen…

De oproep van de advocaat is hier te zien, op de website van AT5.

Just another manic Thursday

Het was gisteren weer eens ‘one of those days’. Zo’n dag waarop het allemaal niet zo loopt als ik graag zou willen. Dat begon al meteen ‘s morgens vroeg…

7:05 uur – Ik heb gisteravond blijkbaar het schuifje van de wekker niet goed ingesteld, want de wekker is niet afgegaan. Gelukkig word ik uit mezelf nog redelijk op tijd wakker, maar wel twintig minuten later dan anders. Ik moet me dus meer haasten, en dat vind ik zo ‘s morgens vroeg helemaal niet prettig.

8:00 uur – Gistermiddag had ik, toen ik eindelijk de kerstbrief van school maar eens ging lezen, ontdekt dat dochter R. uiterlijk gisteren een bord, beker en bestek mee naar school had moeten nemen voor het kerstdiner van vanavond. En denk nu niet dat ik die toen meteen heb klaargezet. Ik moet nu dus nog op zoek naar het setje borden en bestek dat R. elk jaar gebruikt en dat ik een paar weken geleden speciaal op een handige plaats had klaargezet. Maar waar ook alweer? Tien minuten later vind ik alles gewoon in een van de keukenkastjes.

8:10 uur – R.’s ‘fruittas’, waarin ze haar pakje drinken en wat te eten voor in de pauze meeneemt, is opeens ook spoorloos verdwenen. Na vijf minuten zoeken geef ik het op en stop ik de boel gewoon in een plastic tas.

8:15 uur – De auto in. Gelukkig hoef ik niet te krabben. R.’s tas blijkt op de achterbank te liggen; gisteren vergeten mee te nemen.

9:35 uur – R. nog mooi op tijd op school. Boodschappen gedaan en afwasmachine ingeruimd. Aan het werk. In mijn mail vind ik een berichtje van een klant waarvoor ik deze hele week aan een vrij grote opdracht werk. Toen ik daar maandag mee begon, ontdekte ik dat het te vertalen bestand allerlei vreemde codes en spaties bevatte. Nadat ik dat aan mijn klant had gemeld, kreeg ik een ander, aangepast bestand terug waaruit al die codes en spaties waren verwijderd. Aan dat bestand heb ik de afgelopen drie dagen gewerkt. In de e-mail die ik nu krijg, staat dat de klant van mijn klant dat toch niet wil. Dus zou ik weer met het oorspronkelijke bestand verder willen gaan? Dat hoef ik dan ‘alleen maar’ even door het vertaalgeheugen te halen. En o ja, dit wisten ze bij mijn klant gisteren ook al, maar toen konden ze het niet doorgeven omdat ze problemen hadden met hun e-mail. Waar heb je dan telefoon voor, vraag ik me af…

10:00 uur – Dat ‘alleen maar’ even door het vertaalgeheugen halen duurt uiteraard veel langer dan dat, want ik moet al die codes en spaties nu toch weer gaan invoegen in de zinnen die ik al had vertaald. Pas na een half uur kan ik verder vertalen waar ik gisteren was gebleven.

10:30 uur – Tussen de bedrijven door op zoek naar het recept voor de minitaartjes die R. en ik willen maken voor het kerstdiner op school. Gelukkig heb ik dat ooit in Mijn kookschrift op de website van Albert Heijn gezet (al jaren mijn favoriete manier om recepten te bewaren, al vergeet ik regelmatig om succesrecepten toe te voegen). Ik kan dus in ieder geval zien dat ik niet alle ingrediënten in huis heb.

11:00 uur – Buiten gaat het steeds harder regenen en er komt steeds meer koude, vochtige lucht door de kieren mijn onverwarmde zolderkamer binnen. Dus moet ik mijn ‘winterkit’ er weer bij halen: dikke trui, vingerloze handschoenen en een dekentje voor over m’n benen. Ja, ik heb ook wel een kacheltje, maar het vervelende daarvan is dat ik dan alleen maar aan de kant van het kacheltje warm word en dat ik bovendien slaperig word van de warme lucht die naar me toe wordt geblazen. Zo gaat het ook.

11:15 uur – De opdracht van deze week is niet alleen lang, maar ook behoorlijk saai. Ik moet dan ook erg mijn best doen om me niet steeds te laten afleiden door allerlei internetverleidingen, zoals dit filmpje dat op verschillende manieren op me afkomt:

11:35 uur – De vendor manager van de vestiging in Singapore van een grote internationale klant stuurt een mail. Deze klant heeft weer een manier gevonden om kosten te besparen: bij het betalen van facturen van vertalers gaan ze vanaf nu alleen nog maar de bankkosten van hun eigen bank betalen. Vertalers mogen zelf opdraaien voor de kosten van hun bank. Ik snap dat soort maatregelen nooit zo goed. Als ik een betaling naar het buitenland doe, buiten de EU, vindt mijn leverancier het toch echt niet goed dat ik hem (een deel van) de kosten laat betalen. Dus waarom zou er voor vertalers iets anders gelden? Helaas zijn er te veel vertalers die dit soort voorwaarden zonder meer accepteren. Ik stuur een antwoord waarin ik bezwaar maak, maar daarop krijg ik geen antwoord.

11:55 uur – Wachten op het schoolplein – geen pretje met 2 graden, regen en wind.

13:00 uur – Weer terug naar school en daarna nog een keer boodschappen door voor de ontbrekende ingrediënten voor de minitaartjes. Het regent en waait nog steeds.

13:35 uur – Aan de slag met de minitaartjes voor vanavond.

14:30 uur – De eerste lading taartjes, met alleen kaas, staat in de oven. Even een kwartier tijd om m’n mail te checken. Door het zolderraam zie ik de regen van het ene moment op het andere overgaan in sneeuw. De sneeuw jaagt met dikke vlokken naar beneden – van dwarrelen is geen sprake – en binnen een paar minuten is alles bedekt met een flinke laag sneeuw. Zelfs de plassen veranderen in papperige sneeuwpoelen.

14:45 uur – Tweede lading taartjes maken, met kaas en olijf. Daarna nog even tien minuutjes doorwerken aan mijn saaie bestand.

15:05 uur – Opeens is het te laat om naar school te lopen, zoals ik door die sneeuw eigenlijk van plan was. Toch maar met de auto dus. Glibberend en glijdend rijd ik heel voorzichtig door de flinke sneeuwlaag die er inmiddels ligt. Aan de bandensporen in de sneeuw te zien, zijn er al verschillende auto’s uit de bocht gevlogen. Vlak bij school zie ik in de spiegel de vrouw achter me rijden die vorig jaar bij een onvoorzichtige parkeermanoeuvre al eens een flinke kras in mijn auto heeft gereden. Ik vertrouw het maar niets dat ze met dit weer achter me rijdt. En ja hoor. Vijf meter voor de laatste afslag stopt de auto voor me. Ik rem voorzichtig en kom op anderhalve meter van die auto tot stilstand – om twee tellen later een bons te horen als mijn achterligster tegen me aan glijdt. Gelukkig ging het langzaam en heeft ze alleen de trekhaak geraakt. Er is geen kras of deuk te zien.

15:30 uur – Met 20 km per uur terug naar huis gereden en daar echtgenoot K. gevraagd om de afspraak die hij had en waar ik hem met de auto heen zou brengen toch maar af te zeggen.

15:45 uur – R. zoekt de kleren die ze vanavond aan wil. Haar manier van zoeken: alle kleren uit haar kast op het bed gooien en er dan met twee handen tegelijk in gaan graaien. Dat helpt natuurlijk niets, dus uiteindelijk moet ze toch genoegen nemen met iets anders, en mag ze zelf de troep weer opruimen. Intussen strijk ik haar kleren.

17:00 uur – R. is op haar kerstbest aangekleed en het eten voor K. en mij is voorbereid en staat in de oven. Tijd voor R.’s make-over: haar en make-up. Het resultaat mag er zijn; onze 9-jarige ziet er opeens een stuk ouder uit.

17:30 uur – Extra vroeg op weg naar school, met de helft van de minitaartjes. De andere helft houden we lekker voor onszelf. Onderweg blijkt er, zelfs op de doorgaande weg waar de bus over rijdt, nog niet te zijn gestrooid. Het is dus nog net zo glad en gevaarlijk als vanmiddag. Gelukkig rijdt niemand harder dan verantwoord is. Ik breng R. de klas in, glibber terug naar huis, eet zelf samen met K. en ga toch nog maar een half uurtje aan het werk. Het schiet helemaal niet op.

19:00 uur – Voor de laatste keer vandaag naar buiten om R. weer op te halen. Het is intussen gaan vriezen, dus de wegen zijn nu ook nog eens gedeeltelijk bedekt met een laagje ijs. Rijden is bijna niet mogelijk, maar omdat ik R. met haar korte rokje en panty niet een kwartier door de kou wil laten lopen, ga ik toch met de auto. Bij school is alle parkeerruimte vol, dus moet ik op het grasveld parkeren. Als ik daar met drie wielen op sta en met het vierde nog op straat, kan ik opeens niet meer verder. De wielen draaien zonder grip door de sneeuw. Na een paar pogingen geef ik het op en hoop ik dat het straks beter gaat.

19:25 uur – Van de 12 taartjes zijn er nog 10 over. Ik zal nog eens moeite doen… R. blijft wat met een juf kletsen en gaat als een van de laatsten van haar klas naar huis. Maar haar jas is weg. Er hangt nog maar één jas aan de kapstok en die lijkt weliswaar op die van haar, maar het is hem niet. Ze meent zeker te weten dat die andere jas van klasgenootje E. is, maar ze weet niet waar die woont. Een ander klasgenootje biedt zich meteen aan om de weg te wijzen en voordat ik bezwaar kan maken rennen ze, ondanks de gladheid, met z’n tweeën door het donker weg. Ik loop er achteraan en gelukkig is het niet ver. Helaas is de jas niet van E., dus we lopen onverrichterzake terug naar school. Daar lukt het me met enige moeite om de auto achteruit van het grasveld te rijden. Ik ben blij als we wat later zonder ongelukken weer thuis zijn.

20:00 uur – R. heeft haar pyjama aan en kijkt nog even GTST vanuit ons bed. Ik hou haar gezelschap, maar val halverwege in slaap. Gelukkig is het bijna vakantie.

22:30 uur – Ik word wakker en wil eigenlijk doorslapen, maar ik moet echt nog wat werk verrichten. Met tegenzin terug naar zolder.

23:30 uur – Ik hou het voor gezien. Ik heb vandaag veel minder woorden vertaald dan had gemoeten, maar het is genoeg geweest voor vandaag. Eindelijk wat tijd voor mezelf!

Netwerken

Alles heeft twee kanten. Elk voordeel heb z’n nadeel. Zo ook bij het freelancen. Ik vind het een enorm voordeel dat ik als zelfstandige zonder personeel kan werken wanneer het mij uitkomt, dat ik geen lange projectvergaderingen meer hoef bij te wonen en dat ik tijdens het werk geen gesprekken hoef aan te horen van collega’s die de hele dag met hun echtgenoten aan de telefoon hangen om vakanties te plannen en huizen in te richten. Ik kan zo snel, geconcentreerd en efficiënt werken en hou meer tijd over voor al die andere dingen die ik moet en wil doen. De andere kant van de medaille is dat het leven van een freelance vertaler wel erg eenzaam kan worden. Voor je het weet, voldoe je aan het clichébeeld van de stoffige vertaler die de hele dag op zijn/haar zolderkamer tussen de woordenboeken zit en die geen contact heeft met anderen.

Wil je niet vereenzamen, dan zul je je sociale contacten dus ergens anders moeten opdoen. Natuurlijk zijn er LinkedIn, Facebook en andere onlinenetwerken en -platforms. Leuk en handig. Je blijft in contact met collega’s, je kunt elkaar om hulp vragen bij brandende terminologiekwesties enzovoort, maar je ziet nog steeds geen echte mensen. Sommige collega-freelancers netwerken daarom daarnaast in real-life door allerlei vertaalworkshops en -congressen af te lopen, in binnen- en buitenland. Aan de berichten te zien is er een soort vaste kern van vertalers die elkaar daar telkens weer tegenkomen. Een beetje zoals een groep vaste collega’s op kantoor.  Met een schoolgaand kind en allerlei andere verplichtingen is dat voor mij niet echt een optie. Ik hou me dus vooral bij de virtuele netwerken. De echte persoonlijke contacten zoek ik buiten mijn werk. En dat heb ik al die tijd prima gevonden.

Vorige week ontdekte ik dat ik blijkbaar toch iets had gemist. Van de ongeveer 75 klanten die ik de afgelopen negen jaar heb gehad, is maar een handvol binnen een straal van 50 kilometer van mijn kantoor aan huis gevestigd. Het grootste deel zit zelfs in het buitenland, van België tot Singapore en alles wat daar tussen ligt. Ik kan dus niet makkelijk even bij een klant langs om m’n gezicht te laten zien. Maar van dat handjevol klanten die wél in de buurt zitten, bestaat er één dit jaar tien jaar en dat werd vorige week gevierd dat met een receptie voor (oud-)werknemers, klanten, partners en vertalers. Niet alleen zag ik mijn contactpersonen bij dat bedrijf voor het eerst in levende lijve, maar ik bevond me bovendien voor het eerst sinds jaren een paar uur tussen allerlei mensen uit mijn eigen vak en dat was toch best weer eens aangenaam. Ik kwam zelfs nog een collega van vroeger tegen, die de moeite had genomen om drieënhalf uur te reizen om een presentatie te komen geven. Die presentatie heb ik zelf overigens gemist, omdat ik door allerlei andere verplichtingen pas een uur na het begin van de receptie binnenkwam.

In de haast om toch nog redelijk op tijd te komen was ik vergeten een nieuwe voorraad visitekaartjes in m’n tas te doen. Het is duidelijk dat ik het echte netwerken inmiddels wat verleerd ben…

Op de website van vertaler Joy Mo ontdekte ik, naast heel veel andere nuttige dos and don’ts, ook deze acht netwerkregels voor vertalers. Dat je altijd visitekaartjes bij je moet hebben, staat er helaas niet bij. Een wat meer op virtuele netwerken gericht lijstje met tips is te vinden op Tips for Translators – Helping translators to do better business. Boven het lijstje met tips staat een lange lijst met vertaalbureaus, voor wie nog op zoek is naar nieuwe klanten. Zelf heb ik veel aan de combinatie LinkedIn/Facebook/Twitter/weblog, waarbij vooral het doorlinken (bijvoorbeeld van Twitter-berichten naar Facebook, of van blogs naar LinkedIn) erg nuttig blijkt te zijn.

Dat beeld van de vereenzaamde stoffige vertaler op een zolderkamertje mag al met al dus wel verdwijnen!

Nieuw jaar

Ergens las ik de afgelopen week een column van iemand (Paulien Cornelisse? Aaf Brandt Corstius? of toch iemand anders?) die het zo onlogisch vond dat agenda’s altijd op 1 januari beginnen. Voor haar gevoel begint een jaar pas echt opnieuw na de zomervakantie, reden waarom ze toch maar weer schoolagenda’s in plaats van jaaragenda’s was gaan kopen. En eigenlijk zit daar ook wel wat in, zeker als je schoolgaande kinderen hebt. Weer aan het werk gaan na een lange zomervakantie voelt veel meer als het begin van een nieuw jaar dan na een korte kerstvakantie midden in een donkere en op alle fronten drukke periode.

Vorig jaar begon ik rond deze tijd dit weblog, dat nu dus zijn tweede jaar in gaat. Mijn blogfrequentie is het afgelopen jaar nogal variabel geweest, maar daar hoop ik dit jaar verandering in te brengen. Ondanks een behoorlijk hectische terugreis (zie het verslag op mijn privéblog) ben ik na bijna zes weken in ons tweede huis aan de Middellandse Zee een stuk uitgeruster dan een week of zeven geleden toen ik mijn laatste logje schreef. Ik kon er vandaag, op mijn eerste werkdag na de vakantie, dan ook weer fris tegenaan. 

Voordat ik aan het werk kon, moest ik eerst mijn bureau opruimen en schoonmaken, omdat dat de laatste tijd vooral door dochterlief voor haar knutselactiviteiten was gebruikt. Daarna kon ik echt aan de slag. De eerste opdracht van dit nieuwe seizoen: een handleiding bij een elektronisch dagboek waarin patiënten hun medicijngebruik en allerlei gegevens over hun lichamelijke en geestelijke toestand moeten bijhouden. Niet erg ingewikkeld en niet al te veel, dus ik kon er even lekker in komen. Na de lunch toch maar even de instructies gelezen, wat ik vooraf was vergeten. Gelukkig was er niets bijzonders en kon de vertaling naar de klant.

Vervolgens heb ik een uurtje besteed aan het beantwoorden van e-mails die in de vakantie waren binnengekomen. Vorige week had ik al een snelle schifting gemaakt tussen mail die weg kon (heel veel), mail die meteen beantwoord moest worden (niet bijzonder veel) en mail waarvoor het antwoord nog wel even kon wachten (ook nog best veel). Daaronder heel wat opdrachtaanvragen waarop de afzender weliswaar een automatisch afwezigheidsbericht had gekregen, maar die ik toch nog even wilde beantwoorden om de opdrachtgever te laten weten dat ik inmiddels weer beschikbaar ben. Ook vond ik een mail van iemand van een recruteringsbureau die vroeg of ik interesse had in een vaste in-house positie als senior translator/localiser bij een grote multinational in Ierland. Eigenlijk het werk waarmee ik 18 jaar geleden ben begonnen, maar dan met een veel hoger salaris. Ik heb een vriendelijk bedankje gestuurd, want mijn freelance bestaan bevalt me prima en ik wil het man en kind niet aandoen om naar een ander land te verhuizen omdat ik daar opeens zin in heb. Zo’n nieuwe start is net iets te veel van het goede…

Ook in de mail: een berichtje van een klant waarvan ik al bijna twee jaar niets meer had gehoord. Destijds, eind 2008, had ik een voorstel gedaan om mijn tarieven te verhogen. Ik had al jaren voor hetzelfde vrij lage tarief voor deze klant gewerkt en stelde nu een verhoging van 10% voor. Volgens mijn contactpersoon zou ik mezelf daarmee uit de markt prijzen, en inderdaad heb ik sindsdien geen werk meer van die klant gekregen. Wel van andere klanten waaraan ik hetzelfde of zelfs een hoger tarief vraag. Inmiddels is dat tarief blijkbaar geen probleem meer, want mijn contactpersoon wil de werkrelatie graag hervatten. Ik ben benieuwd wat daar van komt.

Toen was het tijd voor mijn andere baan, die van moeder. Dochterlief moest van school worden gehaald en had dringend nieuwe gymkleren nodig. Zonder in details te treden: het is niet bepaald een pretje om te winkelen met een prepuberende 9-jarige die per se net die schoenen wil hebben die ze van jou niet mag hebben. Maar goed, uiteindelijk was de vrede weer hersteld en kon ik me thuis bezighouden met eten koken en wat andere huishoudelijke taken. Daarna was het tijd voor de eerste kooravond van het nieuwe seizoen, wat het gevoel van een nieuw jaar nog verder versterkte.

Inmiddels ben ik weer thuis en ga ik nog een rondje langs mijn sociale netwerken doen. En dan gaan we morgen verder met de tweede dag van het nieuwe vertaaljaar!

Wie vertaalt beter?

CNN.com vroeg zich eerder deze week af wie beter kunnen vertalen: de computers van Google of de vrijwilligers van Facebook. Hoewel ik, zoals ik al eerder schreef, zo mijn bedenkingen heb bij het fenomeen crowdsourcing, in ieder geval als het wordt gebruikt voor vertalingen, werkt het in mijn ervaring voorlopig beter dan MT (Machine Translation).

Hoe werkt het? Het MT-systeem van Google leert, volgens het CNN-artikel, van tekst die al op internet staat en professionele vertalingen die online staan. Hoe het systeem onderscheid maakt tussen professionele en andere online vertalingen, vermeldt het verhaal niet. En ook niet of er een manier is waarop de kwaliteit wordt bepaald van de teksten waarvan het systeem leert. GIGO (Garbage In, Garbage Out) is een bekend fenomeen bij MT- en TM-systemen. Toch gebruik ik Google Translate wel eens, ironisch genoeg voor Facebook. De meeste van mijn Facebook-vrienden schrijven in het Engels, Nederlands, Frans of Noors en dat begrijp ik allemaal wel. Maar er is er ook één die standaard in het Fins schrijft en daarin herken ik niet meer dan hier en daar een woord. Dus als ik nieuwsgierig ben, plak ik haar bericht in Google Translate en laat het naar het Nederlands vertalen. Meestal heb ik dan een goed idee waar het over gaat, maar de kwaliteit van de vertaling laat vaak ernstig te wensen over. En haar laatste berichtje is in de vertaling van Google wel erg mysterieus: “Lapsoset kreeg om te slapen gewoon bij 22 uur, vraagt mij hoe lang de oude man nog Duunissa hyörii.”

Mijn conclusie is dat de techniek voorlopig alleen maar goed genoeg is voor dit soort toepassingen, om snel een idee te krijgen van wat ergens staat, maar zeker niet voor vertalingen die echt in de praktijk moeten worden gebruikt. MT wordt tegenwoordig ook gebruikt om een eerste vertaling van een tekst te produceren, die vervolgens door een menselijke vertaler moet worden bijgeschaafd. Ik heb een paar keer een dergelijke opdracht gekregen en ik ben niet onverdeeld enthousiast. Als het gaat om standaardteksten uit een vastomlijnd vakgebied, zijn de MT-vertalingen soms best redelijk en hoeft er niet veel te worden bijgeschaafd. Maar in andere gevallen is de vertaling zo slecht dat je sneller klaar bent als je de tekst gewoon zelf opnieuw vertaalt.

Naar de vertaaltoepassing van Facebook heb ik toevallig gisteren voor het eerst gekeken. Facebook laat alle interfacetekst van zijn website vertalen door vrijwillige vertalers, die op de vertaalsite losse woorden of zinnen aangeboden krijgen die vertaald moeten worden. Soms staat daar context bij, soms ook niet. Deze maand hebben er al 311 vertalers aan de Nederlandse vertaling gewerkt en in totaal zijn er ruim 75.000 vertalingen aangeboden. Omdat je niet zomaar elke vertaling kunt vertrouwen, kan iedereen die dat wil via dezelfde vertaalsite setjes van 10 al vertaalde woorden of zinnen opvragen en de vertalingen omhoog of omlaag stemmen. Ook dat werkt natuurlijk niet altijd even goed. Ik heb gisteren op proef een paar zinnetjes vertaald. Op de meeste daarvan is nog helemaal niet gestemd, maar een van mijn vertalingen is ten onrechte omlaag gestemd. Bij ‘From Home’, dat volgens de begeleidende beschrijving duidelijk in de context van een routebeschrijving moet worden gezien, had de oudere vertaling ‘Vanaf de startpagina’ gisteren nog 0 punten en vandaag -2, terwijl mijn vertaling ‘Vanaf huis’ op -1 stond en staat. Vandaag is daar door iemand anders ‘Van thuis uit’ bij gezet, dat vooralsnog 0 punten heeft. Aan de andere kant wordt mijn suggestie ‘Taalbeheerders’ voor ‘Language Managers’ beter gewaardeerd (1 punt) dan het ‘Taalmanagers’ dat er al stond (-2 punten).

Een groot voordeel van deze methode is wel dat er echte mensen aan het vertalen zijn, die in ieder geval begrijpen wat er staat. Als er in het Engels een typfout staat waardoor er een niet-bestaand woord ontstaat, begrijpt een menselijke vertaler meestal wel wat er wordt bedoeld. Het MT-systeem van Google struikelt, zoals het bovenstaande voorbeeld laat zien, op woorden die het niet kent. Het grote nadeel blijft natuurlijk dat er veel te veel mensen aan de vertaling werken, waardoor het erg lastig is om de vertalingen consistent te maken op het gebied van stijl en terminologie. Volgens het CNN-artikel is Facebook wel van plan om ook wat professionele (en ik neem aan betaalde) vertalers in te zetten. Als die worden ingehuurd om de gecrowdsourcete vertalingen na te lezen en consistent te maken, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.

Het is in ieder geval duidelijk dat er flink gewerkt wordt aan het automatiseren van mijn vak en de ontwikkelingen lijken erg snel te gaan nu internet niet meer is weg te denken uit het dagelijks leven. Ik ben erg benieuwd hoe mijn vak er in de toekomst uit zal zien!

Manic Monday

Het was weer zo’n Manic Monday vandaag. Na het weekend weer in het school- en werkritme komen, dochterlief die daar niet zo goed tegenkan en dat duidelijk laat merken, diezelfde dochterlief die tot twee keer toe bij haar vriendinnetje vandaan belde of ze niet nog wat langer mocht blijven, waarna ze uiteindelijk pas tegen half acht thuiskwam, zonder fietssleutel (verloren), de weekendboodschappen waar ik zaterdag niet meer aan toe was gekomen, de eerste koorrepetitie van het nieuwe seizoen… En tussendoor ook nog gewoon werken. Met een klant die voortdurend kleine veranderingen in een al geleverde vertaling stuurde, waarbij hij ook zo nu en dan het verkeerde bestand meestuurde, een paar andere klanten die opdrachten bij me kwijt wilden waar ik geen tijd voor had omdat ik al behoorlijk vol zat, een grote opdracht die een maand werd uitgesteld zodat ik opeens wél weer tijd over had, en als klap op de vuurpijl een aanvraag voor een nieuwe opdracht. 80.000 woorden die binnen 15 werkdagen moeten worden vertaald. Gelukkig niet door één vertaler, maar mijn gedeelte is toch nog zo’n 35.000 woorden. De klant van mijn klant is een bedrijf dat producten maakt voor tandtechnici. Het te vertalen materiaal is voor intern gebruik binnen het bedrijf, wat de klant van de klant de volgende uitspraak ontlokte: “Speed is more important than quality for this project”.

Wel eerlijk van zo’n klant, om dat gewoon toe te geven. Maar eigenlijk is het mijn eer wel te na om een opdracht aan te nemen waarbij de kwaliteit van de vertaling niet uitmaakt…